Thalang - Gnommalath (43 km) - Thakhek (66 km)

De twee laatste ritten rijden we alweer in een schitterend landschap van karstgebergte in het Phou Hi Phoun Nationaal Park. We dalen van 550 m naar 200 m en het is nu definitief gedaan met de frisse nachten. We bezoeken het hypermoderne waterkrachtcentrale Nam Theun, een van de grootste in Zuid-Oost Azie. Deze centrale voorziet ook elektriciteit aan Thailand. Vele werknemers zijn Thais die in de omringende hotels verblijven en ‘s morgens worden opgehaald door een busje van de maatschappij. Ook in onze guesthouse in Gnommolath verblijven een paar werknemers van de centrale. We maken daar ook kennis met een internationale expeditie van speologen die in de buurt de ontelbare grotten in kaart brengen.

Thakhek is een leuk plaatsje aan de Mekong en we blijven hier dan ook 2 nachten. Er zijn hier nog verschillende gebouwen uit de Franse koloniale tijd. Aan de Mekong kunnen we aan de overkant Thailand zien. We zien direct het verschil tussen de twee buurlanden. Waar Thailand rijkelijk verlicht is, heb je in Laos enkel een paar lampen die branden. Het is echter nog veel te vroeg om Thailand binnen te gaan. We zullen eerst nog Cambodja aandoen, maar eerst genieten van Laos.

Tijdens onze rustdag brengen we een bezoekje aan de Buddha Cave, een grot gevuld met 229 bronzen buddha beelden, die 500 jaar oud zijn. We mogen spijtig genoeg geen foto’s nemen. Deze grot werd pas in 2004 ontdekt. 

Morgen een lange rit van 120 km, grotendeels langs de Mekong. Het is niet het aantal kilometers dat ons afschrikt maar wel de hitte die het extra zwaar maakt.